Van harte welkom

Op deze blog vind je het laatste nieuws en stukjes die ik leuk vind om te delen. Ik ben een onregelmatige schrijver die als hij de tijd vindt even wat in elkaar prutst. Kijk voor meer info op www.frankdenhartog.com. Veel leesplezier,

groetjes

Frank

dinsdag 20 mei 2025

Geen asiel crisis, wel een aantal andere crisissen/crises

Het verlenen van asiel is van alle tijden. De term asiel komt uit het Grieks en de betekenis van dat woord is toevluchtsoord, onderkomen of vrijplaats, maar ook bescherming tegen gevaren en vervolging. In de klassieke oudheid bestond er her en der een recht op toevlucht. In de Middeleeuwen bestond ook een soort asiel voor verbannenen en na de reformatie ook voor geloofsvervolgden. En nu hebben we een asielcrisis als ik de politici mag geloven.

Uit het kamerdebat rond de miljoenennota bleek al dat het om een gevoelde crisis gaat in plaats van een crisis gebaseerd op feiten.

Wat is er aan de hand?
Het AZC in het Gronings dorpje Ter Apel is overvol en kan sinds oktober 2021 niet voldoen aan de basale voorwaarden voor asielopvang. Sindsdien werkt het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in een zogenaamde crisismodus en worden asielzoekers naar crisisopvangplekken gebracht waar ze normaal gesproken zo kort mogelijk mogen verblijven.
De regering zit met de 'asielcrisis' in de maag en verschillende politici pleiten voor een asielstop, omdat er te veel vluchtelingen naar Nederland zouden komen. Hoewel de instroom in vergelijking met voorgaande jaren hoog is, heeft Nederland in de afgelopen decennia veel grotere vluchtelingenstromen gekend. Nederland zit ook onder het EU-gemiddelde als het de opvang betreft. Dat het asielsysteem momenteel verstopt zit, heeft wat dat betreft weinig te maken met de 'enorme' instroom van vluchtelingen.
Hoe heeft het zo uit de hand kunnen lopen? Het is een feit dat veel AZC's sinds de Europese vluchtelingencrisis van 2015-2016 hun deuren moesten sluiten. Deze trend werd vervolgens doorgezet na de uitbraak van het coronavirus, omdat er steeds minder vluchtelingen naar Nederland kwamen. Het is dan ook niet zo vreemd dat het asielsysteem vastloopt op het moment dat er juist meer vluchtelingen naar Nederland komen dan tijdens de COVID-19.
Een andere belangrijke reden voor de problemen is de woningnood. Vanwege het tekort aan betaalbare woningen in Nederland kunnen veel statushouders niet doorstromen naar huisvesting en zijn ze genoodzaakt om in AZC’s te blijven. Daardoor komen er ook geen plekken vrij voor nieuwe vluchtelingen.
Nederlanders die op zoek zijn naar goedkope sociale huurwoningen worden al jarenlang uitgespeeld tegenover vluchtelingen. Wat veel mensen echter vergeten is dat ook de krapte op de woningmarkt het resultaat is van een falend beleid. Helaas neemt dat niet weg dat politici maar al te graag de vinger wijzen naar migranten en vooral naar asielzoekers als de oorzaak van de woningnood. Het resultaat is dat burgers hun woede richten op vluchtelingen in plaats van dat ze zich richten tot politici en de overheid om deze problemen aan te pakken. Politiek was er verre van voldoende aandacht voor de woningproblematiek. Voormalig minister van wonen Stef Blok (VVD) verklaarde bij zijn afscheid in 2017  dat wat hem betreft de woningmarkt af was en er ook geen specifieke minister voor dit beleidsterrein meer nodig was. Geheel in deze lijn was door Rutte II eerder in 2013 het Ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) al afgeschaft. 
Door de te krappe opvang in AZC's, al jaren lang en het feit dat de opeenvolgende regeringen steeds te weinig middelen in hun begroting hebben opgenomen, schieten ook de kosten door het plafond. Opvang regelen in een hotel is namelijk drie maal zo duur als de geplande normale opvang in een AZC.

En van wie krijgen we het idee dat het allemaal de schuld is van die asielzoekers, die ons het leven zuur maken. Asiel is te duur, we hebben geen woning (die ook nog eens onbetaalbaar wordt door de schaarste aan woningen), er mag niet gebouwd worden maar ondertussen beseffen we niet dat het meerendeel van die
nieuwe miljoen inwoners sinds 2015 in Nederland we erbij gekregen hebben vooral uit arbeidsmigranten bestaat en niet uit asielzoekers.
Het kabinet heeft een aantal crises op te lossen, dat klopt. Maar begin dan de energie die nodig is te besteden aan de echte prioriteiten.

Hoe komt het dat er te weinig woningen zijn?

De oorzaken van het woningtekort zijn divers. Een belangrijke factor is de bevolkingsgroei, die de vraag naar woningen doet stijgen. De grootste factor voor deze bevolingsgroei is de migratie naar Nederland voor arbeid, studie (in 2023 kwam ongeveer 40% van de studenten aan de universiteiten uit het buitenland) of familieomstandigheden. Een klein gedeelte - zo’n 11%  - komt voor asiel. Daarnaast spelen de trek naar stedelijke gebieden een rol maar bijvoorbeeld ook verandering in soorten huishoudens (huishoudens worden steeds kleiner waardoor het aantal huishoudens en daardoor de woningvraag groeit). Economische factoren, zoals de beschikbaarheid van hypotheken en investeringen in vastgoed, beïnvloeden eveneens de woningmarkt. Bovendien heeft de bouwsector te kampen met uitdagingen zoals grond-schaarste en regelgeving, die de bouw van nieuwe woningen vertragen. Doordat Nederland teveel milieu vervuilt (bijvoorbeeld door broeikasgassen (CO2 etc)) zit de bouwsector op slot en kan er veel minder gebouwd worden. Onder andere de landbouwsector draagt hier voor bijna de helft aan bij, terwijl zij maar voor 1,4 % bijdraagt aan het BBP ( dit is het totaal van de geproduceerde goederen en diensten in een land. Dus alles wat de wij inwoners in Nederland bij elkaar verdiend hebben).

zondag 22 september 2024

De Nederlandse 'Overshoot Day'

Als iedereen zou leven zoals wij in Nederland doen, zouden alle grondstoffen die voor dit jaar beschikbaar zijn al 'opgebruikt' zijn. Dit nieuws meldt onderzoeksorganisatie Global Footprint Network. Begin april valt dit jaar de Nederlandse 'Overshoot Day'.

Elk jaar berekent het Global Footprint Network de dag waarop we alle grondstoffen hebben verbruikt die onze planeet in twaalf maanden kan voortbrengen. Vorig jaar viel in Nederland de Overshoot Day op 12 april. Nu enkele dagen eerder. Daarmee doen we het beduidend slechter dan andere Europese landen. Alleen Luxemburg (20 februari), Denemarken (16 maart) en België (23 maart) doen het slechter. Koploper van de lijst is Qatar, daar waren de grondstoffen op 11 februari dit jaar al 'op'. Het komt erop neer dat we in Nederland veel meer grondstoffen gebruiken dan we zelf kunnen produceren. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de consumptie van voedsel, water en hout. Als iedereen zou leven zoals we in Nederland zouden leven, zouden we dus vier aardbollen nodig hebben.


Om die Overshoot Day naar achteren te schuiven op de kalender of zelfs helemaal te kunnen schrappen, zou het halen van het klimaatakkoord een stap zijn. Daarmee zou volgens Global Footprint Network de datum met 32 dagen verschuiven. Ook emissievrij vervoer, een plantaardig dieet en een circulaire economie zouden onze ecologische voetafdruk verkleinen.

Wat is Earth Overshoot Day?
Het Global Footprint Network rekent jaarlijks uit wanneer het Earth Overshoot Day is door te kijken naar hoeveel grondstoffen de aarde in één jaar kan produceren versus de ecologische voetafdruk van de bevolking. Die voetafdruk geeft aan hoeveel land en water we nodig hebben om in onze behoeften te voorzien, dus hoeveel we nodig hebben voor bijvoorbeeld voedsel, hout en vezels voor kleding. Dat wordt vergeleken met de biocapaciteit: de hoeveelheid grondstoffen die de aarde in één jaar kan produceren.

Sinds de jaren 70 berekent Global Footprint Network samen met het Wereld Natuur Fonds op welke dag de Earth Overshoot Day valt. Hoewel die dag de laatste jaren rond eind juli, begin augustus schommelt, moeten we volgens de organisatie kijken naar het grotere plaatje. In 1986 zaten we in november, in 1998 was het oktober en in 2004 september. Wereldwijd ligt de Earth Overshoot Day dit jaar op 25 juli. 
Sinds 1971 komt het moment dat we van de reserves gebruik moeten maken steeds sneller, zegt het Global Footprint Network. Toen was Earth Overshoot Day pas eind december.

Earth Overshoot-dag

Earth Overshoot Day markeert de datum waarop de vraag van de mensheid naar ecologische hulpbronnen en diensten in een bepaald jaar groter is dan wat de aarde in dat jaar kan regenereren. In 2023 viel Earth Overshoot Day op 2 augustus. We houden dit tekort in stand door de voorraden ecologische hulpbronnen te liquideren en afval te verzamelen, voornamelijk koolstofdioxide in de atmosfeer. Earth Overshoot Day wordt georganiseerd en berekend door Global Footprint Network, een internationale onderzoeksorganisatie die besluitvormers een menu met hulpmiddelen biedt om de menselijke economie te helpen binnen de ecologische grenzen van de aarde te opereren. De datum voor Earth Overshoot Day 2024 wordt op 5 juni bekendgemaakt.

Naar de website: https://overshoot.footprintnetwork.org/

 

woensdag 3 april 2024

Gratis leermiddelen voor de creatieve- en grafimedia sector

 Uit onderzoek blijkt dat in het onderwijs (vooral het Beroeps- en Hoger Onderwijs) veel lesmateriaal door de docenten zelf wordt ontwikkeld. Resultaat: over hetzelfde onderwerp zijn er verschillende versies van leermiddelen, niet alleen in verschillende landen, maar ook onder onderwijs- en opleidingsinstituten op verschillende scholen in hetzelfde land!

Uitwisseling van materiaal is niet zo gebruikelijk. Daarom zijn we het EKFI-project gestart. Dit in 2018 gestarte door de EU gesubsidieerde project, had als doel een platform te ontwikkelen waar docenten en ontwikkelaars leermiddelen en onderzoek kunnen uploaden en ook weer materiaal kunnen downloaden.

En met gesloten beurs.

Op dit moment kunt u naar het EKFI-platform gaan, zie ekfi.eu. Op dit platform zijn inmiddels zo'n 150 publicaties geupload in verschillende thema's zoals: techniek, digitalisering, kwaliteit, ARBO en milieu, Circulaire economie, management, marketing, leiderschap en self-assessment tools.
Als je je aanmeldt als gebruiker krijg je punten om leermiddelen te downloaden. Idem als je zelf materiaal uploadt of reviews schrijft, materiaal vertaalt etc.

Het platform is vooral ontwikkeld in Corona-tijd toen scholen iets anders aan hun hoofd hadden als nieuw materiaal te ontwikkelen. Ook merkten we dat docenten moeite hadden om zo maar materiaal te delen. Daarom zijn we EKFI PLUS gestart. Meer informatie op: https://www.ekfi-project.com/.

 

EKFI PLUS

In dit project richten we ons op de verdere uitrol van het platform maar ook op het gezamenlijk ontwikkelen van leermiddelen , alleen, samen in eigen land, school of bedrijf of over de grenzen. Hiertoe is een Educatief model ontwikkeld en wordt het platform uitgebreid met een ontwikkelmodule. Medio maart worden de extra mogelijkheden aan het bestaande platform toegevoegd. 

Deze nieuwe EKFI-tool geeft de mogelijkheid om samen te werken aan het ontwikkelen en schrijven van de leerstof op nationaal en Europees/internationaal niveau. Denk hierbij aan het zoeken van partners met gelijkgestemde behoeften. Ondersteuning op didactisch niveau. Project management en procesmanagement ondersteuning.

Deze tool helpt bij het organiseren van het ontwikkelingsproces van leermateriaal. Het ontwikkelen in teams zal leiden tot een verbetering van de efficiëntie (besparing van tijd en geld) en een verhoging van de kwaliteit en innovativiteit van de leermaterialen door gebruik te maken van verschillende competenties van de deelnemers.

Voordelen van samenwerking

Het maken van uw eigen leermateriaal biedt verschillende voordelen:

Personalisatie: Door de inhoud af te stemmen op de behoeften en voorkeuren van studenten, wordt tegemoetgekomen aan diverse leerstijlen, wat het begrip en de retentie bevordert. Het maakt het ook mogelijk om het tempo van de instructie aan te passen.

Dieper begrip: Het ontwikkelen van materiaal verdiept het begrip van docenten over het onderwerp door middel van onderzoek, analyse en curatie, waardoor hun vermogen wordt vergroot om complexe concepten duidelijk uit te leggen.
Relevantie: Gepersonaliseerde materialen blijven actueel door de nieuwste onderzoeken, trends en toepassingen te integreren, waardoor de inhoud actueel blijft in een snel veranderende wereld.
Creativiteit: Het maken van materialen stimuleert de creativiteit, waardoor docenten boeiende activiteiten en lesmethoden kunnen ontwerpen die kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden bevorderen.
Verbinding: Gepersonaliseerde materialen tonen inspanning en zorg, versterken de verbinding tussen leraar en leerling en bevorderen een positieve leeromgeving.
Door hun eigen materiaal te creëren, verbeteren docenten de kwaliteit van het onderwijs, personaliseren ze het leerproces, zorgen ze voor relevantie, bevorderen ze de creativiteit en versterken ze de relaties tussen docenten en studenten.


Het waarom van EKFI


Het EKFI-platform maakt bestaand leer-/onderzoeksmateriaal transparant. De onderwijsproblemen in de creatieve industrie concentreren zich op twee aspecten:

In landen waar minder middelen voor ontwikkeling aanwezig zijn, kan men gebruik maken van leermiddelen van meer innovatieve landen.
In landen waar bepaalde technieken verdwenen zijn, en dus ook de opleidingen daarvoor, kunnen gebruik maken van leermiddelen die in andere landen nog wel aanwezig zijn.
Geuploade leermiddelen kunnen verbeterd of aangevuld worden door de kennis van mensen die de leermiddelen gedownload hebben (en later weer geupload).
Het materiaal kan vertaald worden voor landen waar het nog niet beschikbaar is.
Samenwerken in het ontwikkelen en het bundelen van competenties kan efficiëntie en kwaliteitsverbetering opleveren.
Door samen te werken bij het ontwikkelen van materialen versterken de ontwikkelaars elkaar door verschillende krachten te bundelen. Een bekend gezegde hier van toepassing is: alleen ga je sneller, samen kom je verder.



dinsdag 12 maart 2024

De digitale toekomst van de EU?

 De digitale transformatie is één van de prioriteiten van de EU. Wat is een digitale transformatie? Digitale transformatie is het proces van mensen en organisaties om de kansen, verwachtingen en mogelijkheden van de toenemende digitalisering in te zetten om de stap te maken naar een (meer) digitaal georiënteerd en wendbaar zijn waardoor mensen en organisaties een (duurzame) bijdrage kunnen leveren aan mens en maatschappij.

De Europese gemeenschap geeft het beleid vorm dat ertoe er voor moet zorgen dat de capaciteiten van Europa op het gebied van nieuwe digitale technologieën worden versterkt. Er moeten nieuwe kansen worden gecreëerd voor bedrijven en consumenten. Met dit beleid wordt ook de ontwikkeling van digitale vaardigheden van mensen en scholing van werknemers aangemoedigd en aan overheidsdiensten hulp geboden bij het digitaliseren, met inachtneming van onze grondrechten.

Waar hebben we het dan over?

Europa moet zijn digitale zelfstandigheid versterken en zelf normen bepalen, niet zomaar die van andere volgen, met een duidelijke focus op data, technologie en infrastructuur. Op dit moment zijn we sterk afhankelijk van grote tech bedrijven uit de VS of leveranciers uit het Verre Oosten. Dit moet volgens de EU gaan veranderen.

Onderwerpen op de agenda van de EU zijn:

Artificiële intelligenti(Ai) kan mensen helpen komen door de gezondheidszorg nog beter, auto’s veiliger en aangepaste dienstverlening mogelijk te maken. Ai kan de productieprocessen optimaliseren en een concurrentievoordeel opleveren voor Europese bedrijven, ook in sectoren waar deze al sterke marktposities hebben, zoals in de groene en circulaire economie, de machinebouw, de landbouw en het toerisme.

Cyberveiligheid: nu de digitale en fysieke wereld steeds meer met elkaar verstrengeld raken, ontstaan er nieuwe gevaren. Hierdoor wordt cyberveiligheid belangrijk op allerlei gebieden: van consumentenveiligheid online tot de normale werking van ziekenhuizen, water- en stroomvoorzieningen.

Digitale vaardigheden en onderwijs: uit de COVID-19-pandemie is gebleken hoe belangrijk digitale vaardigheden zijn voor het beroepsleven en voor contacten met anderen. Maar tegelijkertijd is ook duidelijk geworden dat de digitale vaardigheidsniveaus erg uiteenlopend zijn en dat het digitale onderwijs verbeterd moet worden. Uit onderzoek blijkt dat 42% van de EU-burgers  geen digitale basisvaardigheden heeft.

Platform-economie en internetveiligheid. Onlineplatforms vormen een belangrijk onderdeel van de economie en van het dagelijks leven. Zij bieden aanzienlijke kansen als marktplaatsen en zijn belangrijke communicatiekanalen, maar brengen ook grote uitdagingen met zich mee. De EU heeft de Wet digitale diensten en de Wet digitale markten goedgekeurd, om het concurrentievermogen, de innovatie en groei te bevorderen en tegelijkertijd de onlineveiligheid te vergroten, illegale inhoud aan te pakken, en de bescherming te garanderen van de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid en de democratie.

Chips Act, het tekort aan halfgeleiders oplossen! De productie van microchips berust op uiterst complexe en onderling afhankelijke toeleveringsketens over de hele wereld. Om de onafhankelijkheid van de EU te vergroten, het toekomstige concurrentievermogen te verzekeren en het technologische leiderschap te behouden, moeten de capaciteiten van de EU op het gebied van de productie van halfgeleiders worden versterkt. We moeten in de EU van een productie  van minder dan 10% naar een productiecapaciteit van zeker 20%.

 

Daarnaast spelen er nog vele andere onderwerpen een rol in het nieuwe beleid zoals:  online-videospellen (gamers beschermen en het potentieel van de sector vergroten), intelligente wegvervoerssystemen, de digitale identiteit (gemakkelijke online toegang tot belangrijke diensten), eerlijke belastingregels voor de digitale economie, etc.


Een hoogwaardige digitale infrastructuur

De EU heeft als doelstelling  ervoor te zorgen dat een vast gigabit Netwerk (1 Gbps) alle huishoudens in de EU toegang geeft en verbindt, en dat tegen 2030 5G-dekking voor alle bevolkte gebieden mogelijk is. Een hoogwaardige digitale infrastructuur op basis van netwerken met zulke zeer hoge capaciteit zou de basis vormen voor bijna alle sectoren van een moderne en innovatieve economie. Het succes op lange termijn van een digitale economie gebaseerd op het internet of things, machine-to-machine-technologieën, cloud computing en big data, zal in cruciale mate afhangen van de toegang tot hoogwaardige telecommunicatie-infrastructuur. Het beleid van de EU heeft tot doel het aanbod van netwerken met zeer hoge capaciteit te vergemakkelijken en te stimuleren door het gezamenlijk gebruik van de bestaande fysieke infrastructuur te bevorderen en een efficiëntere inzet mogelijk te maken, zodat dergelijke netwerken sneller en tegen lagere kosten kunnen worden uitgerold. 

zondag 26 november 2023

Invloed demografie op toekomst China

 Demografie? Wat is het eigenlijk? 

Demografie is de wetenschap die zich bezighoudt met de studie van de bevolkingssamenstelling, groei, verdeling en migratie.

Het omvat onderwerpen zoals geboortes, overlijdens, huwelijken, scheidingen, bevolkingsgroei, leeftijdsstructuur, sekseverhouding, etniciteit, opleidingsniveau, beroepsbevolking en migratiepatronen.
Demografen gebruiken gegevens uit verschillende bronnen, zoals volkstellingen, registratie van geboorten en overlijdens en enquêtes om bevolkingspatronen te analyseren en te voorspellen. De kennis die wordt verkregen uit de demografie wordt gebruikt voor het beleid en de planning op verschillende gebieden, zoals onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, sociale zekerheid, economie en milieu.

En hoe zit het dan in China?

De bevolking van China zal nog dit jaar voor het eerst in meer dan een halve eeuw krimpen. Dat is het begin van een grote verschuiving, waarbij de bevolking de komende decennia snel zal verouderen. Dat zal zeker gevolgen hebben voor de Chinese economie en ook voor de politiek en de economie op wereld niveau. Dat blijkt uit een analyses van de Universiteit van Victoria in Australië. 

 

China is met India het land met de grootste bevolking ter wereld. China alleen woont een/zesde van de wereldbevolking. Na een periode van 40 jaar vier buitengewone decennia waarin de Chinese bevolking groeide van 660 miljoen naar 1,4 miljard mensen nu, ligt de bevolking op koers om dit jaar te krimpen. Dit is voor het eerst sinds de jaren zestig ten tijde van de grote hongersnood die het gevolg was van de rampzalige 'Grote Sprong Voorwaarts' die partijleider Mao Zedong in 1958 lanceerde en een aantal misoogsten opleverde. Door de hongersnood kwamen naar schatting tussen de 20 en 40 miljoen mensen om. 

Volgens de laatste cijfers van het Chinese Nationale Bureau voor de Statistiek groeide de Chinese bevolking vorig jaar nauwelijks: van 1,41212 miljard naar 1,41260. Die toename met amper 480.000 mensen is slechts een fractie van de jaarlijkse groei met ongeveer 8 miljoen mensen tien jaar geleden.

 

Het is nu officieel: China zet streep achter een-kindpolitiek

Het totale vruchtbaarheidscijfer in China  - het gemiddeld aantal geboorten per vrouw - lag eind jaren 80 op 2,6 – ruim boven de 2,1 die minimaal nodig is om het aantal sterfgevallen te vervangen en de bevolking op peil te houden. Maar in 1994 was dat cijfer al gedaald naar 1,6 tot 1,7, in 2020 bedroeg het nog amper 1,3 en vorig jaar zakte het zelfs tot 1,15.

Ter vergelijking: in de Verenigde Staten is het vruchtbaarheidscijfer 1,6 geboorten per vrouw, in de Europese Unie 1,5. In het vergrijzende Japan bedraagt het 1,3. De daling is opvallend, omdat China in 2016 zijn een-kindbeleid heeft afgeschaft en vorig jaar zelfs een drie-kindbeleid heeft ingevoerd, ondersteund met belastingvoordelen en andere prikkels.

Er doen verschillende theorieën de ronde over de reden waarom Chinese vrouwen terughoudend blijven om kinderen te krijgen, zelfs nu ze daartoe aangemoedigd worden door de overheid. Chinese koppels mogen voortaan drie kinderen krijgen om veroudering van het land tegen te gaan. Een reden is dat de samenleving gewend is geraakt aan kleine gezinnen, een andere wijst naar de stijgende levensduurte en nog een andere theorie ziet in de verhoging van de huwelijksleeftijd de belangrijkste oorzaak, waardoor geboorten worden uitgesteld en de kinderwens zou afnemen.

Daarnaast telt China minder vrouwen in de vruchtbare leeftijd dan men zou verwachten. Door de een-kindpolitiek sinds 1980 kozen veel echtparen voor een jongen, waardoor de verhouding van de geslachten in China bij de geboorte scheefgetrokken is van 106 jongens voor elke 100 meisjes (de 'normale' verhouding in het grootste deel van de rest van de wereld) tot 120 jongens per 100 meisjes, en in sommige Chinese provincies zelfs tot 130.


De totale bevolking van China groeide vorig jaar met amper 0,34 per 1.000. En volgens prognoses van de Academie voor Sociale Wetenschappen in Shanghai krimpt de bevolking dit jaar - voor het eerst sinds de hongersnood – met 0,49 per 1.000 mensen. Hett keerpunt komt bijna een decennium eerder dan verwacht. In 2019 was de prognose van de academie nog dat de bevolking pas in 2029 een piek zou bereiken van 1,44 miljard. En de Verenigde Naties verwachtten de piek zelfs nog later, in 2031-32, met een totaal van 1,46. Het team van de Academie voor Sociale Wetenschappen voorspelt na 2021 een jaarlijkse gemiddelde daling van 1,1 procent, waardoor de Chinese bevolking in 2100 zal teruglopen tot 587 miljoen, minder dan de helft van wat ze nu is. 

dinsdag 22 augustus 2023

VN-pessimisme over klimaatverandering

Het klimaat verandert razendsnel en de gevolgen zijn steeds wijdverspreider, overal in de wereld. Sla de kranten er maar op na. Elke week is er wel een of andere calamiteit: bosbranden, tornado's, overstromingen, hitte golven, strenge vorst etc. De gevolgen zijn ook steeds zwaarder dan eerst is ingeschat.

Een en ander is te lezen in het nieuwste rapport van het VN-klimaatpanel (IPCC), dat alle huidige kennis over het klimaat op onze planeet bundelt. Het rapport is heel alarmerend. Toch kunnen we als mens nog altijd de impact fel beperken, op voorwaarde dat er heel dringend actie wordt ondernomen. Het goede nieuws is dat we weten wat we moeten doen.

Conferentie

Tot de laatste week in maart 2023 waren vertegenwoordigers van bijna 200 landen zich onder de paraplu van de VN bezig met de slottekst van dit VN-rapport. Voor de start van de onderhandelingen heeft VN-secretaris-generaal António Guterres al een schot voor de boeg gelost: "We naderen het point of no return", De verdere opwarming zorgt voor onomkeerbare gevolgen voor mens en dier, als we niet snel genoeg ingrijpen. Dat ingrijpen is wat politici en beleidsmakers steeds verzuimd hebben te doen in de afgelopen decenia, ondanks herhaaldelijke eerdere waarschuwingen. Dit VN-rapport is daarom alarmerend, maar benadrukt ook de mogelijkheden die we nog altijd hebben om het ergste te voorkomen. 

We kunnen nog altijd de opwarming beperken tot anderhalve graad", zei Guterres in zijn speech. Hij noemt het rapport in dat verband "een overlevingsgids voor de mensheid." De VN roept de beleidsmakers in westerse landen op om niet tegen 2050 voor klimaatneutraliteit te gaan, maar al tegen 2040. Het gaat onder meer om de Europese Unie, de VS en Japan. 


Wat zijn de gevolgen als we door blijven modderen en niet in actie komen?

De anderhalve graad opwarming komt intussen steeds dichter, en zou structureel al een feit kunnen zijn tegen 2040.
Als de uitstoot van broeikasgassen de huidige stijgende trend blijft volgen, zou de zeespiegelstijging tegen 2300 tot 15 meter kunnen bedragen (bij een opwarming van 2 graden zal dat minder zijn).
De andere gevolgen zijn: extreme weertypes, denk aan dodelijke droogtes die de landbouw en natuur vernietigen of onbeheersbare overstromingen, of aan hevige cyclonen en dat niet alleen ver weg maar ook dichterbij ons eigen land.
Als we het klimaatprobleem nu niet grondig genoeg aanpakken, zal de rekening voor toekomstige generaties des te groter zijn, zowel op menselijk als op economisch vlak. Uitgerekend is dat de kosten om nu de klimaatopwarming af te remmen kleiner zijn dan de rekening die onze kinderen en kleinkinderen moeten gaan betaln als de opwarming later uit hand loopt. Dede impact van de klimaatverandering is zeer ongelijk verdeeld: de landen die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatopwarming, lijden er het hardst onder. Toch zullen we ook in ons land steeds meer de gevolgen voelen. Ook wat betreft de generaties is de impact ongelijk verdeeld: wie nu wordt geboren, zal een veel grotere impact ondervinden dan bijvoorbeeld de grootouders. De opwarming is momenteel opgelopen tot 1,1 graden Celsius tegenover de referentieperiode 1850-1900. De langetermijndoelstelling van het klimaatakkoord van Parijs is maximaal anderhalve graad, maar momenteel - met de huidige gemaakte beloftes - stevenen we nog altijd af op 2,5 tot 3 graden Celsius extra. Aan de bak dus als we onze (klein) kinderen niet willen opzadelen met ellende.


Het klimaatrapport in het kort:

  • het rapport is bedoeld als leidraad voor politici/beleidsmakers die de nodige maatregelen moeten nemen, "cruciaal voor beleidsmakers" zeggen experts.

  • het rapport zegt dat de doelstelling om de opwarming te beperken tot anderhalve graad nog altijd kan, maar dat het nu wel zéér dringend wordt, omdat we er maar niet in slagen om - ondanks gemaakte afspraken - de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. .

  • we hebben de kennis en middelen om in te grijpen, zoals hernieuwbare energie en het loslaten van fossiele brandstoffen, maar het moet dus een grote transformatie worden in plaats van kleine stapjes.

  • ook het (beter) beschermen van de natuur kan ons al een heel eind mee op weg helpen, we zouden 30 tot 50 procent van alle land en oceanen moeten beschermen.

  • geldstromen nog veel meer in een andere richting geleid worden, weg van fossiele brandstoffen en richting hernieuwbare energie   

  • broeikasgassen moeten  met 43 procent worden afgebouwd tegen 2030 en met 60 procent tegen 2035!