Vandaag was ik bij de kapper. Mijn kapper is uit Irak gevlucht en heeft de kapperszaak zo'n 5 jaar denk ik. Ik ben er bijna van het begin af klant. Ik werd deze keer niet door de eigenaar geknipt maar door een jonge jongen. Hij bleek een Syrische vluchteling. Hij sprak al redelijk goed Nederlands. Zeker gezien het feit dat hij pas drie jaar hier is. Er ontspon zich een gesprek over de oorlog in Syrië en de situatie in Iran. Oorlog is niet iets voor gewone mensen vond de jongen. De VS is de schuldige. Maar ook IS is een verschrikkelijke vijand. Mijn kapper vertelde over de Sjah van Perzië. Toch wisten beiden maar weinig over hoe de situatie ontstaan is. Landen met totaal verschillende stammen en volkeren binnen de grenzen.
Mij bleek maar weer eens hoe belangrijk het is om iets van geschiedenis te weten.
Hoe zit het ook al weer met die geschiedenis van Syrië?
Als onderdeel van het Ottomaanse rijk bestond Syrië tussen 1516 en 1914 uit een gebied dat ook Libanon, Israël en Jordanië omvatte. Het huidige Syrië ontstond aan het einde van de Eerste Wereldoorlog na het uiteenvallen van het Ottomaanse rijk. Nadat het gebied in 1920 een Frans mandaatgebied werd. In 1941 werd Syrië officieel door Frankrijk erkend, maar het land werd pas de-facto onafhankelijk toen de Franse en Britse troepen zich in 1946 teruggetrokken. Nadat in 1950 de eerste Syrische grondwet tot stand was gekomen, maakte Syrië vanaf 1958 tot 1961 samen met Egypte deel uit van de Verenigde Arabische Republiek.
Een staatsgreep in Damascus maakte echter een einde aan dit pan-arabische initiatief en uiteindelijk nam de Ba'ath-partij (een Arabisch socialistische, seculier georiënteerde partij) de macht over in 1963.
In november 1970 trok Hafez al-Assad, een Alawiet die een snel carrière had gemaakt bij de Syrische strijdkrachten en de Baath-Partij, na een staatsgreep de macht naar zich toe. Een jaar later, in maart 1971, werd hij in een referendum gekozen tot president van Syrië.
In november 1970 trok Hafez al-Assad, een Alawiet die een snel carrière had gemaakt bij de Syrische strijdkrachten en de Baath-Partij, na een staatsgreep de macht naar zich toe. Een jaar later, in maart 1971, werd hij in een referendum gekozen tot president van Syrië.
Ondanks de (internationaal-) politieke en economische problemen waarmee het land tijdens zijn dertigjarige bewind werd geconfronteerd, is Assad er in geslaagd Syrië de nodige interne stabiliteit te brengen en het land tot een speler van betekenis te maken in het Midden-Oosten.
Na het overlijden van Hafez Al-Assad op 10 juni 2000 werd hij opgevolgd door zijn zoon Bashar Al-Assad.
In mei 2002 wordt Syrië door president Bush genoemd als één van de landen van de "as van het kwaad". In 2004 besluiten de Verenigde Staten tot economische sancties tegen Syrië vanwege wat zij noemen steun aan het terrorisme. De situatie blijft gespannen in de regio. In 2007 wordt Asad herkozen als president. In juli 2008 bezoekt president Asad Sarkozy in Parijs, dit betekent het einde van het politieke isolement van Syrië door het westen. Voor het eerst in vijf jaar benoemen de VS in februari 2010 een ambassadeur in Syrië. In mei 2010 worden sancties tegen Syrië hernieuwd vanwege de steun van Syrië aan terroristische groeperingen. Sinds 2011 woedt er in Syrië een burgeroorlog. De burgeroorlog heeft al vele burgers het leven gekost. 6,5 miljoen mensen hebben huis en haard verlaten. Ruim 2 miljoen mensen vluchtten naar buurlanden zoals Jordanië en Libanon. Vluchtelingenkampen kunnen de groeiende instroom nauwelijks aan. Een klein succes is wel de afgedwongen vernietiging van chemische wapens dat in juni 2014 wordt afgerond. Het conflict gaat verder met steeds meer spelers. De Verenigde Staten en bondgenoten, Rusland, Turkije en de Koerden roeren zich in de burgeroorlog, alle met eigen belangen en een eigen agenda.