Van harte welkom

Op deze blog vind je het laatste nieuws en stukjes die ik leuk vind om te delen. Ik ben een onregelmatige schrijver die als hij de tijd vindt even wat in elkaar prutst. Kijk voor meer info op www.frankdenhartog.com. Veel leesplezier,

groetjes

Frank

vrijdag 9 juli 2021

Week van de 21ste-eeuwse vaardigheden.

 Het afgelopen jaar veranderde de maatschappij en arbeidsmarkt enorm. 21ste-eeuwse vaardigheden (21th century skills) zijn onmisbaar voor studenten en medewerkers om daarin mee te bewegen. Daarom is de week 21: de Week van de 21ste-eeuwse vaardigheden.

Wat zijn 21e eeuwse vaardigheden?

21ste-eeuwse vaardigheden zijn competenties die studenten nodig hebben om zich voor te bereiden op hun toekomstige baan en dus om later werk goed te kunnen uitvoeren. Het werk verandert immers en hierbij horen ook nieuwe vaardigheden. Bij 21ste-eeuwse vaardigheden gaat om elf competenties die in 2016 zijn opgesteld door het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) en Stichting Kennisnet.  Uit het onderzoek bleek dat de 21ste-eeuwse vaardigheden nog weinig doelgericht en structureel aan de orde komen in het onderwijs. Vooral creatief en probleemoplossend denken en handelen en digitale geletterdheid waren nog weinig uitgewerkt. 

Wat zijn die 21ste-eeuwse vaardigheden?

1. Communiceren: doelgericht boodschappen kunnen overbrengen en begrijpen;
2. Samenwerken: samen realiseren van een doel en anderen daarbij kunnen aanvullen en ondersteunen;
3. Probleemoplossend vermogen: het vermogen om een probleem te herkennen en daarna tot een plan te komen om het probleem op te lossen;
4. Creativiteit: het vermogen om nieuwe of ongebruikelijke maar toepasbare ideeën voor bestaande vraagstukken te vinden;
5. Kritisch denken: het vermogen om zelfstandig te komen tot weloverwogen en beargumenteerde afwegingen, oordelen en beslissingen;
6. Sociale en culturele vaardigheden: het vermogen om effectief te kunnen leren, werken en leven met mensen van verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden;
7. ICT-basisvaardigheden: de kennis en vaardigheden die nodig zijn om de werking van computers en netwerken te begrijpen en er ook mee te kunnen omgaan;
8. Informatievaardigheden: een informatiebehoefte kunnen signaleren en analyseren, en op basis hiervan relevante informatie zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken;
9. Mediawijsheid: de kennis, vaardigheden en mentaliteit die nodig zijn om bewust, kritisch en actief om te gaan met media;
10. Computational thinking: problemen zo kunnen formuleren dat het mogelijk wordt om een computer of ander digitaal gereedschap te gebruiken om daarmee het probleem op te lossen;
11. Zelfregulering: zelfstandig handelen en daarvoor verantwoordelijkheid nemen in de context van een bepaalde situatie/omgeving, rekening houdend met de eigen capaciteiten.